Thursday, March 19, 2009

New Orleans

Dinsdag 10 maart 2009

Gezien Katja's gezondheid is het maar goed, dat we een vlucht op het midden van de dag hebben. Ik laat haar slapen, terwijl ik de laatste spullen inpak. Ook loop ik nog een stuk met Cosmo, die lijkt te weten, dat ik er weer vandoor ga. Zodra ik zit, komt hij tegen me aan hangen en hij volgt me als een schaduw.

Dan is het tijd om Katja te wekken. Haar keel is gelukkig wat minder pijnlijk, maar ze is natuurlijk verre van beter. Ze heeft echter wel heel erge zin om naar New Orleans te gaan en neemt in sneltreinvaart (voor haar) een douche.

Gisteravond heb ik een Yellow Cab taxi besteld voor kwart over tien. Zoals altijd en een van de redenen, waarom ik altijd dit bedrijf gebruik, staat de taxi al om tien uur klaar (andere bedrijven zijn niet altijd betrouwbaar en komen soms zelfs helemaal niet opdagen!). De chauffeur staat erop de tassen van de voordeur naar de auto te dragen, heel vriendelijk.

De rit naar het vliegveld verloopt zonder problemen en het valt me alweer op, hoe rustig het is op Dulles. Natuurlijk is het midden op een dinsdag, geen drukke reisdag, maar er staat niemand in de rij bij United. Dat is toch de grootste maatschappij op dit vliegveld.

Thuis heb ik onze instapkaarten al uitgepringt. Dankzij Rick heb ik tijdelijk Premier status met United. Dit betekent, dat we niet hoeven te betalen voor de twee tassen, die we inchecken. Dat scheelt maar liefst $80!

Voor de veiligheidscontrole worden we naar beneden gestuurd met vage aanwijzingen. Samen met een aantal andere verwarde reizigers vinden we eindelijk tussen bagage claim 7 en 8 de poortjes. Vreemd, hoor, dat daar geen betere bordjes voor staan!

Ook hier staan er slechts twee mensen voor ons en we zijn er zo doorheen. We vliegen vandaag met United Express en vertrekken voor het eerst van de A gates. In die terminal ben ik nog nooit geweest.

We moeten, voor we aan boord gaan, lunch eten en ik ben aangenaam verrast welke restaurants er in die terminal zijn! Een sandwichshop heeft lekkere sandwiches, daarnaast zit een Five Guys (niet mijn favoriet na ze een keer geprobeerd te hebben, misschien moet ik ze een tweede kans geven), maar vlakbij onze gate zit een Cosi.

Die wint meteen! Hun heel dunne sandwiches zijn heerlijk. Katja neemt de tuna cheddar melt en ik de kalkoenfilet met brie en honing mosterd. Net als we willen gaan eten, wordt er omgeroepen, dat we aan boord kunnen. Als Premier mogen we ook als eerste aan boord en dat doen we dus.

Nog een Premier voordeel (jee, ik zou graag altijd Premier zijn) is dat we automatisch Economy Plus hebben. Er is veel meer ruimte voor onze benen dus, fijn, want zo kan Katja zich lekker uitstrekken en proberen te slapen. Dit Embraer 170 vliegtuig ziet er sowieso erg luxe uit, vergeleken met de gewone United vluchten. De stoelen zijn van leer, bijvoorbeeld.

We vertrekken van de gate, maar dan gebeurt er zeker een half uur niets. Eindelijk roept de piloot om, dat er een probleem is met het stuurmeganisme en dat de mechaniciens komen om te kijken of het gemaakt kan worden. Gelukkig lukt dat en met een uur vertraging vertrekken we. Ik vind het nooit zo fijn gevoel in een vliegtuig te zitten, dat pas nog een mankement had, eerlijk gezegd.

De vlucht verloopt echter voorspoedig en na zo'n tweeeneenhalf uur landen we in New Orleans. De bagage verschijnt al gauw en we gaan op zoek naar een taxi. Alle taxis hier zijn busjes, zo te zien. Ik heb moeite onze chauffeuse te verstaan, ze heeft een zwaar Creools accent. Even mijn oren bijstellen en het lukt weer.

Het is heerlijk warm buiten en de ramen van het busje zijn open. Katja en ik waaien er bijna uit, maar het voelt lekker (alleen gaat mijn kapsel eraan). We zien palmbomen en bananenbomen in tuinen, het tropische gevoel overvalt ons. Ook de typische begraafplaatsen met de bovengrondse graven zien we langs de weg. Ik herinner me die nog van de eerste keer, dat ik in New Orleans kwam, zo'n 23 of 24 jaar geleden.

Na een half uur komen we aan bij ons hotel, de Staybridge Suites. Tot mijn verbazing zie ik een van de restaurants, die ik net op tv heb gezien, aan de overkant: Mother's. Naar verluid zijn daar de beste Po Boys in New Orleans te verkrijgen, hopelijk zullen we de kans krijgen, die te proberen.

De check in verloopt heel makkelijk, we hebben via Expedia al betaald. We krijgen een kamer op de tweede verdieping met uitzicht op Mother's! Het is nu 20:48 lokale tijd en er staat nog een rij wachtenden buiten!

Dit hotel is zeker een aanrader! We krijgen een flinke kamer met twee bedden en een keukentje met ijskast, fornuis, magnetron en afwasmachine. Daarbij servies en bestek en je zou hier zo een maand kunnen leven. Daarbij komt gratis ontbijt en wat ze "sundowner reception" noemen: een buffet met een hoofdgerecht en groentes en gratis drankjes, waaronder wijn en bier!

We pakken wat uit en verkleden ons in onze meegebrachte zomerkleding. Heerlijk om weer een bermuda aan te kunnen! Katja rust nog even en is dan klaar om te gaan.

Bij de receptie vraag ik een kaart van de omgeving. Aan de hand daarvan lopen we naar het French Quarter. Daarvoor hoeven we alleen maar een aantal blokken rechtdoor te lopen. Wat een heerlijke atmosfeer hangt er toch in deze stad! Overal zie je nog resten van Mardi Gras: kralen kettingen over straatborden en aan balkons.


Mardi Gras overblijfselen

We lopen tot Jackson Square en gaan dan het Quarter in. Ik zie allerlei bekende locaties: Preservation Hall, Pat O'Brien's, waar ik ooit een paar hurricanes te veel op had en de mooie ijzeren balkons. Wat opvalt is, hoeveel er te koop staat, vooral residentieel.

Het is hier een uur vroeger, dan bij ons, en dat komt goed uit. Wij hebben al zin om te eten en de menigtes zijn er nog niet. We lopen langs het hotel, waar we vorige keer logeerden, de Royal Sonesta. Natuurlijk zien we allerlei plekjes, waar we toen zijn geweest.


Maar ik ben op zoek naar het Acme's Oyster House. In Man vs. Food at Adam daar heerlijk uitziende oesters en daar ben ik dol op en Katja ook. Wat dat betreft heb ik de juiste dochter mee!

Er staan palen om menigtes naar binnen te leiden voor het restaurant, maar wij kunnen zo binnenlopen. We mogen aan de bar of aan een tafeltje zitten en we kiezen de tafel. Het is absoluut een gezellig restaurant, zonder pretenties (geen tafelkleden, gewoon de houten tafels). De bediening is supervriendelijk.

Het menu is voor mij gelijk aan wat anderen in een snoepwinkel voelen. Verse oesters, gekookte (met Cajun kruiden) crawfish, heerlijk! Katja en ik delen een half dozijn oesters, de grootste, die ik in tijden heb gegeten.

Katja bestelt crawpuppies, "hush puppies" (gefrituurde mais) met crawfish erin. Ook die smaken hemels. Dan krijg ik mijn pond crawfish en leer Katja hoe ze die moet pellen. Voor mij is dit nostalgisch. De eerste keer, dat ik in New Orleans was, werd ik een restaurant in geloodst en kreeg (nou ja, ik moest er later voor betalen, natuurlijk) een mandje met crawfish voorgezet. Sindsdien ben ik er dol op!


Na een heerlijke maaltijd lopen we nog wat door het French Quarter. Katja koopt bedankcadeautjes voor een vriend en vriendin, die haar hebben geholpen met verhuizen. Dan lopen we langzaam terug naar ons hotel.

Daar reserveer ik een rondleiding door New Orleans voor morgen, die ook door de door orkaan Katrina verwoeste gedeeltes zal gaan. Morgen om half twee worden we opgehaald voor de drie uur durende busrit.

Verder belt Bente, een bloglezeres, die hier in New Orleans woont. Grappig is het toch, als je meteen een connectie met iemand voelt! Dat is hier zeker het geval, we zitten zo eindeloos te kletsen aan de telefoon. We spreken af morgen samen ergens te gaan eten. Ik zie ernaar uit!

En nu ligt Katja (letterlijk) naast mij te snurken. Ze is lekker vroeg gaan slapen, hopelijk doet de rust haar goed. Ik wil wedden, dat ze thuis of op school niet zo snel was gaan slapen! Ik hoop alleen, dat ik door het gesnurk heen in slaap kan vallen!

Ach gos, het arme kind, nu weet ik, wat men bedoelt, als men zegt, dat je altijd moeder blijft, hoe oud ze ook worden. Ik herinner me nog goed (het is niet zo lang geleden, slechts elf jaar) hoe ontzettend naar ik me voelde met Pfeiffer. Rick zou gaan reizen en ik zou alleen blijven met drie kleintjes. Toen iemand me vroeg hoe het ging barstte ik spontaan in tranen uit! Ik heb het duidelijk overleefd, maar weet hoe rot je je voelt. Katja wil het niet, omdat er leuke dingen gaande zijn, dus het is aan mij om te zorgen, dat ze de nodige rust krijgt.

Katja antwoordde vandaag gewillig, maar een beetje geergerd, op mijn constante "Gaat het?". Vroeger had ik haar op mijn schoot of tegen me aan getrokken, maar nu moet dat van haar komen. En in het vliegtuig vond ze mijn schouder wel erg fijn.

Woensdag 11 maart 2009

Terwijl we hier zijn, probeer ik een beetje de tijden van thuis aan te houden, zodat we straks niet weer aan een uur later moeten wennen. Ik sta dus om half acht deze tijd (half negen thuis) op. Katja ligt nog in diepe rust en dat laat ik voorlopig maar zo.

Opeens heb ik een halve paniekaanval, want dit weekend heeft iemand in Singapore een industriele transformer met Ricks debit card gekocht, daarmee onze rekening in het rood zettend. Gelukkig haalde het bedrijf de $3000 meteen maandag van onze rekening, maar dat was gisteren nog niet te zien, dus kon ik mijn debit card niet gebruiken. Als het niet gauw terug wordt gestort heb ik niet genoeg cash om de taxi terug naar het vliegveld te betalen vrijdag.

Snel probeer ik de ATM beneden in de lobby en tot mijn grote opluchting komen de dollarbiljetten daar weer vrolijk uitrollen! Gelukkig werkt mijn kaart dus ook nog, want die van Rick werd geblokkeerd.

Opgelucht neem ik een banaan en koffie mee naar boven van het gratis ontbijt, dat dit hotel biedt. Op een lege maag kan ik niet sporten en een banaan is perfect. Op de vijfde verdieping is een sportruimte ingericht. Ik zie meteen, dat dit de enige keer is, dat ik er gebruik van ga maken. Het is klein en er is geen raam.

Een programma over de vakantiebestemmingen van biljonairs op het Travel Channel maakt veel goed. Ik wissel vijf minuten flinke cardio af met vijf minuten gewichten. Voor ik het weet zijn er drie kwartier voorbij.

Terug in de kamer neem ik eerst een douche en wek dan Katja. Ze heeft meer dan veertien uur geslapen! Dat zal haar op school niet gauw lukken. Haar keel is in ieder geval een stuk beter en ze ziet er ook niet meer zo opgezwollen uit, als maandag. Ik druk haar op het hart goed naar haar lichaam te luisteren, want juist als je je beter gaat voelen is het makkelijk te veel te doen, weet ik uit ervaring.

Als we klaar zijn lopen we naar Cafe du Monde. Het is prachtig weer en heerlijk warm. We nemen een tafeltje aan de rand met goed uitzicht op Jackson Square met de artiesten. Vlakbij ons speelt een gitarist bekende Zuidelijke liedjes. Er hangt een vrolijke atmosfeer, zoals altijd hier.

We bestellen ieder een bordje (drie) beignets en ijs cafe au lait. Het is, zoals we hier zo goed zeggen: sinfully delicious! Niets gezonds eraan, maar het smaakt hemels!

Na het eten lopen we een paar calorieen eraf langs de Mississippi rivier. Katja wil graag naar de Riverwalk Mall, want ze zoekt een nieuwe tas. De rits van haar oude blijft niet dicht zitten. Helaas voor haar zijn er geen leuke winkels daarvoor. Daarentegen vind ik wel een leuk t-shirt voor Kai en Ricks felbegeerde heel superhete sauzen.

De mall is veel kleiner, dan we ons herinneren en we hebben nog meer dan een uur voor onze stadsrondleiding. We halen een paar tijdschriften en gaan bij het zwembad in het zonnetje zitten lezen. Het water is veel te koud om te zwemmen, maar zo in de zon liggen is heerlijk!

Voor de stads- en Katrinarondleiding is ons gezegd om half twee voor het hotel te gaan wachten. De (blanke, om de een of andere reden ben ik daar verbaasd over en omdat ik verbaasd ben, vermeld ik dat hier) man bij de balie vraagt, wat onze plannen zijn vanmiddag, en vertelt, dat hij zelf anderhalve meter water (wat een eufemisme is voor dikke modder met rioolwater en allerlei gevaarlijke chemicalien erin) in zijn huis had staan.

Zijn huis is inmiddels opgeknapt, maar je kunt de pijn nog in zijn ogen zien. Alles was weg. Hij vertelt hoe zijn tapijt stukje voor stukje naar buiten moest worden gedragen, zo zwaar was het. En allerlei dingen, die hem dierbaar waren, waren onbruikbaar. Ach, zegt hij, je moet of huilen of lachen en ik heb lachen gekozen. Oef!

Buiten wachten we, zittend op de stoep, een half uur voor er eindelijk een zwarte bus verschijnt. Niet bepaald de bus, die ons is beloofd, maar het blijkt, dat we naar onze bus worden gebracht. Het gaat allemaal op zijn elvendertigst, mij eraan herinnerend, dat tijd in het zuiden rekbaar is. Ik ben wat dat betreft teveel gewend aan het snelle leven in Washington.

Eenmaal in onze bus moeten we weer wachten op een andere klant! Ruim een uur te laat begint de tour dan eindelijk. De gids maakt alles goed, hij weet overal wel iets over te vertellen en, spons, die ik ben, ik luister geconcentreerd.

Feiten over de stad vullen mijn hoofd. De eerste Mardi Gras was in 1699. Louisiana is genoemd naar Louis XIV. Het French Quarter (Vieux Carre) is het enige gedeelte van de stad, dat boven de zeespiegel ligt. Daarom is de stad hier door Iberville gesticht.

We rijden langs de Superdome, waar duizenden mensen heen vluchtten tijdens Katrina. De gids vertelt hoe hoog het water stond en hoe ook de Superdome geen ideale schuilplaats was. Daar liepen de riolen ook over. Bovendien kon niemand weg, want alles stond onder water. Echt vreselijk! Veel mensen gingen terug naar huis en verdronken daar toen de cementen "dijken" het begaven.

Het Hyatt hotel naast de Superdome verloor 90% van zijn ramen tijdens Katrina. Die zitten er weer in, maar het hotel is nog steeds niet heropend. Het hele gedeelte van de stad, dat "downtown" heet hier, is een jaar lang dicht geweest.

In de VS is New Orleans uniek, want het was ooit een tweetalige stad. De stad was verdeeld in een Frans gedeelte en een Engels gedeelte, iets wat je nu nog aan de straatnamen kunt zien. Canal Street is de scheiding. Bourbon Street wordt bijvoorbeeld Carondelet aan de andere kant van Canal. Iets, wat ik niet wist, eerlijk gezegd.

We rijden door het prachtige Garden District met zijn negentiende eeuwse enorme huizen. Een daarvan, die we van verre zien, is waar Brad Pitt "The curious case of Benjamin Button" filmde. Vroeger werden in deze tuinen (die nu de mooiste bloemen laten zien) groentes verbouwd. Naast de buurt lag een veehouderij en de hekken in deze buurt waren bedoeld om eventuele weggelopen dieren buiten te houden.


Huis in het Garden District

Door het mooi French Quarter rijden we verder. We komen door de buurten Treme en Bywater. De gids vertelt zoveel, dat ik het allemaal niet bij kan houden. Ooit hoop ik ook zoveel over Washington te weten!

Bij het St. Louis 3 kerkhof stoppen we en stappen uit. In 1853 was er een ernstige gele koorts uitbraak, die 10.000 mensenlevens kostte. Die mensen werden hier begraven. Een jaar en een dag moesten zij ingemetseld in een crypt liggen, daarna mochten ze naar de familietombe. Hier zijn alle graven boven de grond, vanwege de overstromingen en een bezoek aan een begraafplaats is zeer interessant.


St Louis 3 begraafplaats

De volgende stop is het City Park. Ook dit lag diep onderwater door Katrina. Meer dan 2000 bomen raakten verloren. Maar, als je er nu doorheen rijdt, vallen alleen de kleine bomen op, verder ziet alles er netjes uit.

Hier stoppen we een kwartier om de faciliteiten te gebruiken. Katja en ik hebben toch wel trek, al waren de beignets een flink maal. De keuze hier is een alligator hot dog of een ijsje. We kiezen het ijsje, alligator hebben we allebei al gegeten. Ik kies pecan pralines, zeker een zuidelijke smaak en mijn absolute favoriet!

Het laatste gedeelte van de rondleiding is ook het meest serieuze. Langzaam naderen we het gedeelte, waar Katrina de meeste schade heeft toegebracht. De wegen worden ook steeds slechter en hobbelend rijden we verder.

De gids wijst ons op een caravan van FEMA, waar heel veel mensen maanden en soms jaren in vertoefden. Die heeft de grootte van de gemiddelde caravan. De meeste huizen hier zijn hersteld, al zijn er nog een heel stel met hout dichtgetimmerd.

Het indrukwekkendst vind ik de X die op sommige deuren staat geverfd. Daarin staat de datum, dat het huis is doorzocht na de storm, en het onderste nummer laat zien, hoeveel lichamen er zijn gevonden. Gelukkig zie ik alleen maar nullen, maar zeker 1600 doden zijn geborgen en een ontelbaar aantal vermisten is nog niet terecht en zal dat wellicht ook nooit zijn. Het ware dodental zal altijd een mysterie blijven.


Dan gaan we een brug over naar de Lower Ninth Ward en dan wordt pas echt duidelijk, hoe erg dit gedeelte van de stad er nog aan toe is. Brad Pitt, Habitat for Humanities en andere filantropische instellingen zijn aan het herbouwen en een enkel huis wordt opgeknapt. Maar hele straten bestaan uit ruines of zelfs enkel stukken cement waar ooit huizen stonden.

De muur, die destijds doorbrak en deze buurt onder meer dan vier meter water zette, is groter en beter hersteld. De gids lijkt er echter nog helemaal geen vertrouwen in te hebben. Sommige huizen, die bijna opgeknapt waren, kregen vorig jaar een tweede klap en stortten weer in, toen orkaan Gustav over kwam waaien.


Vier jaar geleden stonden hier huizen

We komen langs het huis, waar Fats Domino uit gered moest worden. Hij was op de tweede verdieping, toen de storm toesloeg. Er wordt nu met vrijwilligerswerk gewerkt aan het opknappen van zijn huis en museumpje ernaast, maar veel van zijn waardevolle bezittingen, zoals gouden platen, is hij kwijt.

Er zijn absoluut geen voorzieningen in de nabijheid. De supermarkt en het benzinestation zijn nog niet heropend. Er is een tijdelijke supermarktje een eind verderop. De ravage is niet voor te stellen, tenzij je het met eigen ogen ziet. Ik wist, dat het erg zou zijn, maar kijk dit met tranen in mijn ogen aan.

Katja vertelt, dat een groep van haar school in New Orleans is om te helpen opbouwen. Zij is er erg in geinteresseerd dit ook te doen, als ze de kans krijgt. Er is nog zoveel werk te verrichten hier! We zijn er beiden erg van onder de indruk.

De rondleiding is afgelopen en we worden allemaal weer bij onze hotels afgezet. De gratis receptie is in het restaurant gedeelte van ons hotel in volle gang. Dit keer is het een compleet buffet met hamburgers, hot dogs, salad bar en meer. We nemen een bordje salade mee naar boven, want in de restaurants is groente geen hoofdgerecht.

Bente belt en we spreken af bij Remoulade op Bourbon Street. Katja is moe en mijn voeten doen pijn, dus we besluiten een taxi te nemen. Bente zit ons al op te wachten en het gesprek verloopt meteen gemakkelijk. Erg leuk, weer zo'n internet ontmoeting.

We bestellen echte plaatselijke gerechten: oesters, schildpadsoep en voor Bente en mij blackened catfish. Katja neemt Louisiana special met een pasteitje en crawfish etouffe. Erg lekker, allemaal!

Bente vertelt, hoe ze in New Orleans terecht is gekomen en hoeveel mensen ze inmiddels al kent. Het is zo'n andere cultuur hier, dan waar wij wonen, erg interessant om van een "insider" te horen, hoe het leven hier is.

Het is dat Katja en ik zelf ook toch wel erg moe zijn, anders waren we nog langer blijven nakletsen. Hopelijk zal het Bente lukken eens onze kant op te gaan, of anders zien we haar wie weet hier weer. New Orleans is een van mijn favoriete plekken in de VS.

We vinden vrijwel meteen een taxi en duiken in het hotel meteen ons bed in!

Donderdag, 12 maart 2009

Gisternacht heb ik slecht geslapen door Katja's gesnurk, dus ik verwachtte een aantal moeilijke nachten. Maar wonder boven wonder probeer ik vannacht soms te luisteren, of ze nog wel ademt, zo rustig slaapt ze. Daardoor slaap ik zelf ook heel diep en word later wakker, dan ik had gedacht. Het lukt me niet de zelf-discipline op te brengen om buiten te gaan joggen.

In plaats daarvan doe ik een routine uit mijn meegebrachte Fitness voor twintig minuten en dat moet maar goed genoeg zijn voor vandaag. We zullen waarschijnlijk toch nog heel wat lopen, hoe rustig aan we het ook willen doen.

Katja is inmiddels ook wakker van mijn gehops en gespring. Na een douche lopen we het French Quarter weer in. Vandaag willen we de toeristische dingen hier doen.

De beignets gisteren waren lekker, maar geen van beiden hebben we vanochtend weer zin in die vette zoete hap. In plaats daarvan kiezen we het restaurant aan de overkant, River's Edge. Een nogal norse serveerster wijst ons ons tafeltje en met een blik op de prijzen wens ik me opeens wel weer aan de overkant bij Cafe du Monde. Alleen is daar het enige op het menu beignets en daar hebben we echt geen zin in.

Het meisje, dat ons bedient, ontdooit wat en glimlacht zowaar, als wij dat doen. Het Louisiana omelet met groentes en crawfish en Creoolse (flink pittige!) saus, dat ik heb besteld, smaakt wonderbaarlijk goed. De koffie is sterk en Katja vindt haar omelet ook lekker. Uiteindelijk zijn we tevreden over deze keuze, al zullen we er niet snel weer gaan eten. Zeker niet, omdat het drie keer zo duur is, als Cafe du Monde.

Katja is nog steeds op zoek naar een nieuwe tas en vanuit de bus hebben we gisteren Purse Fetish gezien. Dat blijkt slechts stappen van het restaurant te liggen. Men verkoopt er tassen en andere spullen, die Macy's teveel had ingekocht, voor de halve prijs. Maar Katja is kieskeurig en vindt er niets van haar gading (maar goed ook, want ondanks "halve prijs" vind ik de prijskaartjes nog flink!).

We lopen verder naar het nabije Voodoo museum op Dumaine Street. Katja wacht gelaten tijdens mijn constante stoppen voor foto's, maar het French Quarter is ook zo pittoresk! Vooral nu veel mensen hun versieringen van Mardi Gras twee weken geleden nog niet hebben opgeruimd.

Na een paar blokken zien we het bordje Voodoo Museum. Na vele keren in New Orleans zijn we hier nog nooit geweest. Vorige keren was Saskia mee en die zou hier met geen twintig paarden naar binnen te trekken zijn!

Katja trekt de enige open deur van het oude pand open en deinst dan even terug. "Oh, hello!", zegt ze, op haar gewoonlijke droge manier. Als ik binnenloop, zie ik waarom.

Achter een bureautje zit een oudere dikke man met een gigantische gele slang om zijn nek. Liefhebbend aait hij het dier en stelt haar aan ons voor: Jolie, de albino python. Het is maar goed, dat Katja en ik niet bang zijn voor slangen, want ik zou me kunnen voorstellen, dat sommigen meteen het museum weer uit zouden rennen.

We aaien de slang liefhebbend en betalen de $5 per persoon entree. We lezen over het leven van Marie Laveau (die precies 160 jaar voor mij geboren werd, op 10 september 1801), de grote Voodoo koningin hier in New Orleans. Vorige keer, dat we in New Orleans waren, zagen we ook haar graftombe, waar nog allerlei pilgrimages heen worden gemaakt.

Voodoo is een combinatie van Catholicisme en religieuze praktijken van de Fon in Benin. Het is met de slaven in onder anderen Louisiana terecht gekomen (op Haiti wordt bijvoorbeeld ook veel Voodoo bedreven).

We lezen over Voodoo poppen en hoe ze kunnen worden gebruikt om iemand goed toe te wensen of kwaad aan te doen. In de drie kamers, waar we doorheen lopen, zien we meerdere altaren met allerlei verschillende spullen. Een ervan is voor een in 2004 overleden python. De python is in de Voodoo religie praktisch gelijk aan een sint. Ik vind het allemaal bere-interessant en Katja ook.


Voodoo poppen

We kijken en lezen zeker een half uur. Het is allemaal zo vreemd en zo'n totaal andere manier van religie beleiden, dan waar wij aan gewend zijn. En ja, ik moet toegeven, dingen als het moerasmonster maken me blij, dat ik niet wonend in de bayou geboren ben! Behalve een religie is het ook nog wel zo mysterieus, dat het een beetje eng is.

Voor we naar buiten gaan vraag ik aan de eigenaar, of ik een foto van hem met zijn python mag maken. Beter nog, zegt hij tegen Katja, is als deze mooie jongedame (refererend aan de slang!) om de nek van de andere mooie jongedame gaat. Katja poseert gewillig met Jolie en ik neem foto's. Het feit, dat Kai een slang had, heeft mij althans over mijn angst voor slangen geholpen.


Giechelend lopen we verder, want dit was toch wel een heel vreemde ervaring! Even verderop, bij St. Ann Street, zien we het huis, waar de dochter van Marie Laveau woonde. Nog steeds is dit een Voodoo winkel. De vreemdste dingen worden er verkocht en Katja en ik willen eigenlijk wel een authentieke Voodoo pop. Maar de prijs van meer dan dertig dollar houdt ons tegen. Dan maar geen prik in Kais teen voor de grap (zoals we ons voorstelden met de pop te doen).

We zijn alweer een tijdje op de been en het is tijd weer even te ontspannen. Hoe beter, dan met een rit in een koets door het French Quarter. De afgelopen keren, dat we hier in New Orleans waren, hebben we dat ook gedaan en het hoort er voor Katja nu gewoon bij.

Katja wil graag een koets zonder dak en dat betekent een van de kleinere koetsen. Een prive toer kost wel een stuk meer ($60 voor een half uur), maar is ook authentieker. Vooral omdat we Joe als koetsier krijgen. Joe is een oudere Creool met een ondertand en geen boventanden. Zijn muildier (geen paarden voor deze koetsen, alleen muildieren) heet Basco.

Katja mag om te beginnen Basco worteltjes voeren. Daarna vertelt Joe over de geschiedenis van Jackson Square, waar we geparkeerd staan. Het meeste weet ik al, maar je leert toch altijd wel iets nieuws.

Dan rijden we langzaam het French Quarter in. Joe kletst en kletst, lawaai van verkeer of niet, en als Katja en ik er de helft van verstaan is het veel. We hebben gisteren al van alles over het French Quarter gehoord en deze rondleiding al vaker gedaan, dus we vinden het wel vermakelijk. Ik kan me zo voorstellen, dat iemand, die niet gewend is Engels te spreken en al helemaal niet het zuidelijke Amerikaans, geen woord van deze man zou verstaan!

Maar we zien de oudste bar van het land weer en Johnny White's, de bar, die beroemd werd, omdat hij tijdens en na Katrina nooit dicht ging. Joe glundert van trots, zo vertellend over zijn geliefde buurt.


De oudste bar van de VS

Het halve uur is al te gauw voorbij (in werkelijkheid is het bijna drie kwartier, want Joe is wat langzamer, dan de andere gidsen, te merken aan de vele koetsen, die ons inhaalden). Ik druk Joe een dikke fooi in de hand, waarvoor ik een dankbare tandeloze lach terugkrijg.

De rest wil ik per credit card betalen en verbaas me dan, hoeveel vertrouwen in de mens hier nog is. Joe wijst me vagelijk naar ene John, die in het zwart gekleed ergens vooraan de koetsenrij zou zitten. Ik zie hem niet, maar ga op zoek. Hoe makkelijk zou het zijn geweest om gewoon te vertrekken! Joe had dat niet gezien en John wist niet eens, dat wij zouden komen!

Natuurlijk betaal ik netjes en John blijkt een kletsgraag individu te zijn. In ons gebied gaan mensen graag een praatje aan, meer dan ik ooit in Nederland gewend was, maar hier is dat nog meer het geval! Ik krijg een revu van alle goede restaurants en met zijn kaartje kunnen we overal "zo" binnen, volgens hem. Ik bedank hem hartelijk en Katja en ik lopen verder.

Nu hebben we allebei dorst. We besluiten bij Royal House iets te gaan drinken. Dit is zo'n restaurant met open deuren, in plaats van ramen, dus we gaan in een deur zitten. Heerlijk, dit weer!

De host (degene, die mensen hun tafeltjes wijst) grapt, dat we vast niet weg zullen gaan, zonder iets te eten. Nee, hoor, zeg ik, we willen enkel iets drinken. Maar dan bedenken we ons, dat we niet weten, wanneer we weer de kans om te eten zullen hebben en bestellen een dozijn oesters.

Lachend komt de host zijn gelijk halen. Zo vriendelijk en vrolijk is iedereen hier, dat herinner ik me niet zo van zes jaar geleden, eerlijk gezegd. De oesters hier zijn echt flink en wel heel erg de moeite waard voor de prijs, die bijna de helft van in ons gebied is.

Kijkend op ons horloge zien we, dat we nog ruim tijd hebben voor de historische street car (soort tram) door het Garden District. Hoe vaak ik ook al in New Orleans ben geweest, dit heb ik nog nooit gedaan.

In de gids las ik, dat je van de bestuurder een dagkaart kan kopen voor $5. Op die manier zouden Katja en ik ook de tram langs de rivier nog kunnen gebruiken vanavond. Maar als we in willen stappen wordt mij verteld, dat dat niet zo werkt. Ik moet die pas ergens anders kopen op Royal Street. We mogen dus niet mee, dit keer.

Een enkele reis is een gepaste $1,25 per persoon en mijn kleinste biljet is $10. Op zoek naar die speciale verkoopplaats wil ik niet, want ik wil Katja niet verder vermoeien (hoewel die vandaag beduidend meer energie lijkt te hebben!). We kopen dus een pakje kauwgom om het wisselgeld te krijgen en dat lukt.

Weer sluiten we aan in de rij voor de street car, die op deze tijd van de dag gelukkig niet zo lang is. We merken al gauw, dat dit niet zomaar een toeristisch ritje is, veel lokale bewoners maken er ook gebruik van. Ik luister naar een aantal interessante gesprekken.


Alleen...ik heb niet echt bekeken, hoe we nu terug moeten komen. Ik had naief gedacht, dat de tram rechtsomkeerts zou maken na het Garden District, maar, zoals het regulier openbaar vervoer betaamt, gaat die nog een stuk verder door en voor we het weten zijn we in mij onbekend gebied. Met Katja kan ik het niet wagen om lange stukken te moeten lopen!

Gelukkig brengt het stel voor ons uitkomst. Zij vertellen ons, dat we langs de Audubon Zoo zullen komen. Oh, zegt Katja, dan wil ik naar de zoo! Op mijn bezorgde vraag, of ze al dat wandelen wel aankan, antwoordt ze een tikje geergerd, dat ze het anders niet zou voorstellen. Mijn ervaring met Pfeiffer was zo anders, maar ik zie en hoor inderdaad het verschil in haar tussen maandag en nu.

We veranderen dus onze plannen, want oorspronkelijk wilden we naar het aquarium. Ik vind het prima, want ik heb net een aquarium gezien in Tennessee en het weer is werkelijk perfect, niet te warm en niet te koud. We stappen dus uit als de conductrice "Audubon Zoo" aankondigt. Alleen is er geen dierentuin te zien. Die is nog een mijl verderop door het park, vertelt de vriendelijke dame, of we kunnen hier wachten op de shuttle van de dierentuin.

Voor ons ligt een prachtig park, druk met wandelaars, joggers, fietsers en skaters. Ik vraag Katja, wat zij wil, want ik wil onder geen beding, dat ze teveel doet. Lopen, is haar beslissing. Het blijkt veel minder dan die mijl te zijn door een werkelijk prachtig park. We genieten er beiden van.

Bij de ingang van de dierentuin kan ik zowel toegangskaartjes, als kaartjes voor de IMAX later vanmiddag kopen. De enige manier om van hier naar het IMAX theater te komen is een taxi. Het meisje achter de kassa biedt aan die om vier uur voor ons te bellen, dan zal hij er om kwart over vier zijn. Allemaal prima en goed geregeld, dus we gaan met een gerust hart het dierenparadijs verkennen.

Wat deze dierentuin zo speciaal maakt, is het "swamp" (moeras) gedeelte. Hier is een hele bayou nagemaakt, compleet met woonhuisje, vishutje, boten, etc. De dieren, die er wonen, zijn er natuurlijk ook: zwarte beren, vossen en bobcats, maar ook alligators, roodwangschildpadden, otters (schattig!) en meer.

Bijzonder hier zijn de twee albino alligators. Voor zover men weet zijn dit unieke dieren en ze zijn in deze dierentuin, buiten het zonlicht, enorm groot geworden. Hoe ze het in het wild zouden doen, weet niemand.


Vergeleken bij bijvoorbeeld de dierentuin in Washington is deze tuin erg klein. Maar de dieren erin zijn soms leuk ongewoon. Zo speelt een moedermiereneter met haar baby (pas twee maanden oud), erg lief (dacht nooit, dat ik dat zou schrijven over dieren met lange neuzen). De Aziatische olifant krijgt net een pedicure, leuk om te zien. En een man, die uit ons gebied blijkt te komen, laat een roodstaart havik zien, die haar vleugel aan een hoogspanningsdraad is verloren. Kortom een leuk bezoek aan een kleine, maar interessante dierentuin.


Nooit te oud om eendjes te voeren

Maar zoveel als we hier horen over het behouden van swamps en natuurlijke omgeving, deze hele dierentuin heeft geen recyclable vuilnisbakken. In ons gebied zijn we eraan gewend plastic flessen e.d. in een aparte bak te gooien, waar je ook bent. Katja is hier zeer verbolgd over, want dit valt haar in de hele stad op. Ze heeft alle flessen, die ze hier heeft gedronken, opgespaard en zal ze op Washington Dulles straks pas weggooien. Wat dat betreft is men hier in het zuiden inderdaad ver achter op waar wij wonen.

De taxi arriveert precies op tijd en zet ons drie kwartier voor de aanvang van onze IMAX af. Onze magen rommelen weer een beetje, dus we gaan op zoek naar een snack. Het aquarium kunnen we zonder kaartje niet in en het IMAX theater heeft zo op het eerste gezicht niets (achteraf blijkt de concessiestand beneden te zijn).

We lopen dus naar de mall en vinden op het plein daar de Crazy Lobster. We hebben maar weinig tijd, dus bestellen het enige niet gefrituurde gerecht op het voorgerecht menu: garnalencocktail. We hebben hier een grapje: "I'm on a seafood diet, when I see food, I eat it", maar Katja en ik zijn deze dagen echt op een "seafood" dieet!

Ook bestel ik een Mint Julep, een drankje, dat voor mij echt bij het zuiden van de VS hoort. Dat laatste had ik beter niet kunnen doen. Ik krijg een drankje met zoveel Bourbon (whiskey) erin, dat mijn keel ervan verbrand! Van de honing en mint is nauwelijks iets te proeven. Maar goed, nu kan ik tenminste zeggen een Mint Julep gehad te hebben hier.

Precies op tijd komen we binnen voor de IMAX "Hurricane on the Bayou". We vinden een goede plaats in het midden, maar er zit een gezin met twee kinderen van naar schatting twee en vier achter ons. Die arme pukken vinden niets aan zo'n serieuze film en ik kan me zo inleven, als de vierjarige zegt: "Daddy, I don't want to watch this movie anymore!" Het enige, wat de ouders doen is luid "shhhh!!" zeggen, nog ergerlijker! Neem je kind dan weer mee naar buiten uit consideratie voor de anderen in het theater!

Het filmen van de film moet al voor Katrina begonnen zijn, want het eerste gedeelte is voor de orkaan kwam. We horen hoe Cajun musikant Tab Benoit en veertienjarige violiste Amanda Shaw denken over het verdwijnen van de bayous door door mensen gemaakte dammen en dijken.

De bayous zijn natuurlijke barrieres voor orkanen voor grote steden, als New Orleans. Zodra een orkaan boven land komt, vermindert hij in sterkte. Meer dan een derde van de waterlanden, die New Orleans omringden, zijn in de afgelopen eeuw verloren gegaan, waardoor orkanen meer vrij spel krijgen.

Tijdens het filmen slaat het noodlot toe in de vorm van Katrina. De beelden, die we te zien krijgen, zijn des te meer schrijnend na wat we gisteren zagen. Vooral ook de persoonlijke verhalen van Tab, die zijn hele hebben en houden in de bayou kwijt is na de storm, en Amanda, wiens ouderlijk huis verwoest is en het huis van haar grootouders ook, maken, dat Katja en ik het niet droog houden. Om me heen hoor ik ook gesnif.

Deze paar dagen heb ik overal extra fooi gegeven en ik ben blij, dat ons geld deze stad zal ondersteunen, maar ik zou zoveel meer willen doen en Katja denkt er hetzelfde over. Die wil graag volgend jaar gaan helpen met de opbouw hier.

Voor het eten gaan we ons in het hotel even opfrissen. Tot mijn verbazing lijkt Katja absoluut niet moe, terwijl ik vooral mijn voeten wel voel. Ik weet wel, dat ik ook niet "gewoon" ben qua gezondheid, maar ze verbaast me wel met wat een verschil in haar energieniveau tussen maandag en nu.

Beneden is de gratis receptie met lekkere salade en drankjes weer gaande. We nemen tomaten en olijven mee naar boven om van te snacken. Het is druk met gasten. Ik denk, dat sommigen hier inderdaad hun maaltijd mee doen. Dat is toch heel wat waard, als ik de prijzen in de meeste restaurants zo bekijk.

Katja en ik maken ons klaar voor de laatste avond in de Crescent City (zo genoemd, omdat de stad in een bocht van de Mississippi rivier ligt). Zij wil het echte Bourbon Street meemaken, dus we vertrekken iets later, dan zeven uur. Eerst lopen we naar het House of Blues. Daar koopt Katja een t-shirt voor Justin en dan gaan we verder.

Mike Anderson's is een van de restaurants, die ik me herinner van vorige bezoeken aan New Orleans, en ik wil zelfs wel wedden, dat ik daar mijn eerste mandje met gekookte crawfish at. Daar willen we vanavond gaan eten, maar tot onze teleurstelling is het restaurant er niet meer!

Als er iets moeilijk is te bepalen (vind ik althans), als je in het French Quarter rondloopt, dan is het om "zo maar" ergens te gaan eten. Restaurants zijn of heel duur of heel goedkoop, maar dan weet je niet zeker, wat je krijgt. Acme hebben we dinsdag al gehad en daar staat nu een lange rij, dus daar gaan we niet weer heen. Bij gebrek aan beter kiezen we het Bourbon House van Dickie Brennan. Brennan's is een gerenommeerd restaurant, dus dit moet vast ook goed zijn.

We worden zeer vriendelijk ontvangen en de bediening is ook uiterst correct. We bestellen weer een paar oesters, want die zijn hier werkelijk heerlijk en goedkoop. Katja neemt een bouillabaisse met scallops en mossels. Ik houd het bij een spinazie salade en een trio van tonijn, twee voorafjes. Het is allemaal erg goed bereid.

We hebben een dame naast ons, die alleen reist. Als Katja en ik foto's van ons tweeen samen proberen te maken (zonder succes!), biedt de dame aan het voor ons te doen. Gelukkig lukt het haar beter! Ze vertelt een gepensioneerde verpleegster uit Californie te zijn, die nu rondreist om over veiligheid te praten bij verschillende ziekenhuizen.

Terwijl Katja naar de wc is, vertel ik de serveerder, dat we hier zijn om haar verjaardag te vieren. Oh, zegt hij, vindt ze chocolade cake lekker? Dat beaam ik en na het eten krijgen we twee vorken. Dan komt er (na lange tijd) een stukje cake met daaromheen "Happy Birthday" geschreven en een kaarsje erin.

In ons gebied krijg je dat (nog) gratis van het restaurant, maar hier kennelijk niet. Zonder waarschuwing staat er $8 op mijn rekening. Als ik dat had geweten, hadden we of geen dessert of een ander dessert besteld! Het gaat me er niet om iets gratis te krijgen, maar vermeld gewoon van tevoren, dat het iets gaat kosten. Misschien is dit dan weer een cultureel verschil tussen New Orleans en ons gebied, wie weet. Van $8 zullen we niet doodgaan, maar Katja had al genoeg gegeten en het was niet haar favoriete dessert.

Buiten lopen we nog wat rond, want Katja wil Bourbon Street "meemaken". Ik heb al heel gauw genoeg van het geboer en gejoel, eerlijk gezegd. Ik word echt oud. Katja is gefascineerd door een meisje in zilverkleurige bikini bij een van de stripclubs. Voor de grap wil ze vragen, waar ze haar bikini heeft gekocht.

We kopen een paar souvenirs en dan heb ik het echt gezien. Mijn dochter met Pfeiffer loopt nog als een hinde rond, pff! Een taxi brengt ons snel terug naar het hotel en daar is mijn bed maar al te lekker. Katja volgt gelukkig ook snel, maar ik houd mijn hart vast voor volgende week op school. Dan heb ik geen controle en zal ze toch nog rustig aan moeten doen.

Vrijdag, 13 maart 2009

Op ons gemak maken we ons klaar en pakken in. Dan lopen we naar de overkant naar Mother's restaurant. Telkens als we daar langs liepen, stonden er rijen tot buiten de deur. Nu gelukkig niet, maar het scheelt niet veel.


Dit restaurant is het bekendst om zijn po boys (lange witte broden met vlees en dergelijke ertussen), maar het ontbijt mag er ook zijn. Bij het uithangbord staat "World's best baked ham", dus we moeten iets met die ham eten, vinden we.

Katja bestelt roerei met ham en ik een omelet met ham, groene uitjes en champignons. We bestellen en betalen en krijgen dan een bonnetje met mijn naam erop mee. Overal staat, dat de bediening geen fooi mag aannemen, dus daarover bestaat geen twijfel. De koffie krijgen we al met melk erin, grappig genoeg.

We zoeken een tafeltje uit en een vriendelijke dame, die iedereen "honey", "sweetheart" en "love" noemt, pakt ons bonnetje. Na een paar minuten krijgen we ons eten, waarbij ook een rijke portie grits (een soort griesmeel, gewoonlijk bij Zuidelijke ontbijten) en biscuits. Het smaakt allemaal super en natuurlijk kunnen we het verreweg niet op.

Precies op tijd zijn we terug op de kamer. De taxichauffeur belt, dat hij voorstaat. Alles gaat voorspoedig, we zitten in rij 2 in het vliegtuig, weer economy plus met extra beenruimte. Dit keer is het een "gewoon" United toestel, dus ik kan weer meeluisteren met de cockpit, wat ik altijd erg leuk vind.

We lijken keurig op tijd aan te gaan komen, maar dan hoor ik, dat we een "hold" krijgen. Het is te druk op het vliegveld met aankomsten en vliegtuigen nog in de lucht krijgen te horen hetzelfde rondje te blijven vliegen op een hoogte voorlopig. De piloot grapt, dat we dezelfde wolk telkens voorbij zullen zien komen. Ik krijg nu wel een beetje een idee, hoe stressvol een baan als air traffic controller is. Je moet zoveel vliegtuigen in de gaten houden!

Dit alles duurt zo'n twintig minuten en dan mogen wij ook landen. Rick staat ons bij de bagageclaim al op te wachten. Het is verschrikkelijk koud opeens weer, zo'n vijf graden, even wennen na de lekkere warmte van New Orleans!

Thuis zijn Kai en Saskia en vooral Cosmo ook weer erg blij ons te zien. We eten met zijn allen en geven de meegebrachte cadeautjes. Katja en ik hebben een geweldige paar dagen gehad en ik heb genoten van de ononderbroken tijd met mijn oudste, me realiserend, dat dat niet zo vaak meer zal voorkomen.